Rookmelders in 2022 ook verplicht in bestaande bouw
Sinds 2003 zijn rookmelders in nieuwbouwhuizen verplicht. Minister Knops van Binnenlandse Zaken breidt die verplichting uit naar de bestaande bouw. Dit op advies van gemeenten, de brandweer, vastgoedeigenaren en bouwers.
Er moet nog een klap op gegeven worden, maar in principe gaat de nieuwe wetgeving op 1 juli 2022 in.
Belangrijkste wijzigingen regelgeving rookmelders
Dit zijn dan de belangrijkste wijzigingen op het gebied van rookmelders in de bestaande bouw:
• In de wettekst staat dat de verplichting gaat gelden voor bouwlagen met een verblijfsruimte of met een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie. In de praktijk moet op iedere verdieping van bestaande woningen een rookmelder worden geplaatst.
• Iedere tien jaar moeten rookmelders worden vervangen.
• Een toegangsdeur van een woonfunctie is alleen zelfsluitend bij brand in de woonfunctie of het woongebouw waarin de woonfunctie is gelegen. De toepassing van zogenoemde vrijloopdrangers wordt verplicht. Reguliere deurdrangers zijn belemmerend in het dagelijkse gebruik en worden daardoor in de praktijk vaak onklaar gemaakt door gebruikers. De vrijloopdranger kan worden geactiveerd door een rookmelder in de woning. Dit geldt voor nieuwe woongebouwen, en bij verbouw en transformatie (functiewijziging).
Minimale eisen rookmelders
De maatregelen zijn minimale eisen en er is niet voor gekozen om de regels voor bestaande bouw precies gelijk te laten lopen met de regelgeving voor nieuwbouw. Dat betekent dat er verschillen gaan ontstaan. In nieuwbouw moet een rookmelder zijn aangesloten op netspanning en voorzien van een back-up batterij. Voor bestaande bouw zijn rookmelders op batterijen voldoende, ze hoeven niet op de elektronische voorzieningen te zijn aangesloten. Ook worden er geen eisen gesteld aan de projectering en doorkoppeling van de rookmelders, zoals dat in nieuwbouw het geval is.
‘Had strenger gekund’
‘Het zijn minimale eisen’, zegt Jan Nies, productmanager veilig & comfortabel wonen bij Hemmink. Dit bedrijf is gespecialiseerd op het gebied van brandveiligheid, heeft zitting in de werkgroep herziening van de NEN 2555 (de norm voor het plaatsen van rookmelders in woningen) en adviseert woningcorporaties op het gebied van brandveiligheid. “Natuurlijk is het goed dat er straks iets geregeld is voor de bestaande bouw, maar wat mij betreft had het hier en daar nog wel wat strenger gekund.”
Rookmelders koppelen
”Zo heeft het koppelen van rookmelders een hele duidelijke functie die bewoners in het geval van een calamiteit kostbare extra tijd geeft om te vluchten. Stel je voor dat een huis drie verdiepingen heeft. Gaat de rookmelder op de begane grond af, dan zal iemand op zolder het alarm niet in alle omstandigheden goed (genoeg) kunnen horen. En andersom natuurlijk. In nieuwbouw is dat koppelen een verplichting, in de nieuwe wet voor bestaande bouw niet. Ik hoop dat installateurs straks zelf het initiatief nemen om rookmelders te koppelen. In bestaande bouw kan dat prima draadloos gebeuren; de communicatie tussen de melders komt dan via een radiofrequentie tot stand.”
Kwaliteit en plaats rookmelder
Brandveiligheid is niet automatisch gegarandeerd zodra er een rookmelder in een gebouw of woning hangt. Een rookmelder moet minimaal voldoen aan de EN14604 technische norm en een CE-markering. Daarnaast moet er een Prestatieverklaring (DoP, Declaration of Performance) beschikbaar zijn. Hebben melders daarbij ook nog het Q-label, een Europees kwaliteitslabel voor batterij-gevoede rookmelders, dan betekent dat een extra kwaliteitsborging.
Plaats rookmelder is cruciaal
De juiste plaatsing van rookmelders is cruciaal: aan het plafond en bij voorkeur in het midden van de ruimte, niet te dicht bij ventilatiepunten, dichtbij de badkamerdeur of in de keuken. Bij de laatste twee is de kans op vals alarm erg groot (door vervuiling of kooklucht) en de kans dat de bewoner de melder verwijdert en niet terughangt is dan groot. Zo ontstaat schijnveiligheid. De afstand tussen de rookmelder en de muur moet minimaal 50 cm zijn.
50 cm uit een hoek
Ook moet een rookmelder minimaal 50 cm uit een hoek geplaatst worden, omdat rook de melder anders niet goed kan bereiken en er dus kostbare (vlucht-) tijd verloren gaat. Bij schuine plafonds in ruimtes met een hoogte tot 6 meter moet de rookmelder horizontaal en afhankelijk van de dakhelling op een bepaalde afstand vanuit de nok geplaatst worden, eventueel met behulp van een rookmelderpendel.
‘Altijd maatwerk’
Nies weet dat het kiezen van een juiste melder niet gemakkelijk is. “Het is altijd maatwerk”, zegt hij. “Ieder woongebouw is anders en het gewenste brandveiligheidsniveau kan verschillen. Denk aan woningen waar senioren wonen, die minder snel hun huis kunnen ontvluchten of slechthorend zijn. Een woongebouw of een woonzorgcomplex vraagt om een andere inrichting van de brandveiligheidsvoorziening dan een studentenpand.”
Voordeuren zelfsluitend maken
In het voorgenomen besluit is opgenomen om voordeuren van woningen in wooncomplexen die uitkomen op een inpandige gang zelfsluitend te maken. Daarbij wordt het in woongebouwen met gesloten algemene gangen en trappenhuizen verplicht om alle voordeuren van woningen zelfsluitend te maken via een vrijloopdranger die wordt aangestuurd door een rookmelder. De deurdranger kan door de melder worden aangestuurd door een relais. Een relais kan vanuit de rookmelders op twee manieren worden aangestuurd: bedraad of draadloos. Het kan zowel in nieuwbouw als in bestaande bouw/ renovatie worden toegepast.
Projectering helpt, zeker in complexe situaties
Nies: “Wij zien dat er steeds vaker gebruik wordt gemaakt van projectering, omdat de combinatie wetgeving en brandveiligheid nauw luistert. Zeker in complexe situaties helpt projectering bij het bepalen welke oplossingen voor een maximale (vlucht)veiligheid kunnen zorgen. Met behulp van de tekeningen van een gebouw en de projecteisen kan een advies worden gemaakt dat voldoet aan alle wet- en regelgeving en aan de behoeften en wensen van de opdrachtgever. Een projectering fungeert ook als bewijs voor bijvoorbeeld een aannemer, woningcorporatie, bewonerscommissie (VvE), gemeente of brandweer, die graag willen weten hoe brandveilig een gebouw is.”
Installateurs, pak je rol
Maar ook bij ‘gewone’ woningen is kennis van de werking van rookmelders en de technische installatie een must. “Het is werk voor de deskundige installateur”, zegt Jan Nies. “Wij voorzien dat de nieuwe regel een grote logistieke operatie betekent. Bedenk maar dat een middelgrote woningcorporatie zo’n tienduizend woningen in haar bestand heeft en overal moeten voor 1 juli 2022 rookmelders hangen. Ik zie nu al dat er zich allerlei partijen op deze markt gaan begeven, waaronder schoonmaakbedrijven: zonder expertise op dit gebied. Vandaar mijn oproep aan alle installateurs: pak je rol. Kom je ergens waar nog geen rookmelders hangen, geef dan aan dat er nieuwe wetgeving aankomt.”
Iedere tien jaar rookmelders vervangen
In de nieuwe regels staat dat rookmelders iedere tien jaar vervangen moeten worden. Daarover zegt Jan Nies: “Op zich is dat een prima idee. Er zijn melders met een ingebouwde lithium batterij die tien jaar meegaat, en melders met alkaline batterijen die maar één jaar meegaan. Het is jammer dat de eerste categorie niet verplicht is gesteld, want daar heb je verder geen omkijken naar. De tweede soort is namelijk een stuk goedkoper, maar we weten dat mensen ze gemakkelijk in een la leggen als de batterij leeg is. Binnenkort even doen, is de gedachte dan, maar dat komt er lang niet altijd van. Wat dat betreft is voorlichting een belangrijk onderdeel van brandveiligheid, en ook dat is een taak voor installateurs. Nu is het nog zo dat bewoners soms niet eens weten of ze rookmelders in huis hebben. Dat is met de nieuwe regelgeving geen optie meer.”
Afkomstig van: Installatiejournaal

Heeft u vragen? Stel ze gerust.